Recentelijk kwam mijn eerste klant weer eens langs voor een soort van jaarlijkse controle/bijkletssessie. Het eerste half uur van ons gesprek ging over hoe het nu met haar ging en over de manier waarop ze zichzelf voedde. Ze vertelde over de gezondheidscheck die ze bij de huisarts ieder jaar liet doen. De uitslag was zeer goed want alle waardes waren prachtig.  Haar gewicht was gelijk gebleven en officieel iets aan de hoge kant. Op de vraag van de huisarts hoe ze zich daarbij voelde was het antwoord dat ze zich prima voelde. Toch verlangt er iets in haar naar een gewicht dat tien kilo lichter is. Dat moet toch kunnen vraagt ze aan mij en ze heeft ook al bedacht wat ze anders zou kunnen doen. Ze vult al geruime tijd trouw een app in die haar precies laat zien hoeveel ze van wat binnen krijgt. De app heeft tabelletjes die ze dagelijks moet vullen en dat doet ze trouw. Op verjaardagen neemt ze soms iets ‘ongezonds’ maar dan wel in klein formaat. Als ze uit eten gaan neemt zij altijd een kop koffie terwijl ze soms echt wel zin heeft in een ander lekker toetje.

Er ontstaat een gesprek over haar lijf wat precies weet wat zij nodig heeft en dat dat per dag kan verschillen. Dat haar hoofd zich daar nu veel mee bemoeit en dat ze daardoor wellicht niet goed luistert naar de signalen van haar lijf. Ze vertelt over haar angst om weer dik te worden en hoe het bijhouden van de app haar daar voor behoedt. Ik leg haar iets uit over de drie principes waarmee de menselijke ervaring vorm krijgt en opeens komt er een inzicht bij haar binnen. Ze had vanmorgen een fietstocht gemaakt met de fietsclub en voor het eerst had ze van te voren niet nagedacht over hoe de rit zou gaan verlopen. Normaal stelde ze voor aanvang van de rit heel veel vragen over hoeveel klimmetjes er in zaten, welke route ze gingen nemen, welke snelheid ze gemiddeld zouden fietsen etc. etc. Vervolgens ging haar hoofd met de antwoorden aan de slag en zag ze bijvoorbeeld ‘op’ tegen de klimmetjes. Dat werd dan ook eigenlijk altijd bevestigd tijdens de klim. Ze raakte buiten adem en kwam maar moeizaam naar boven. Vanmorgen had ze ervaren dat ze al bovenaan de klim was met de spreekwoordelijke ‘twee vingers in haar neus’ voordat ze er ook maar één gedachte over had gehad. En verder had ze de hele rit prettig gereden en makkelijk gefietst.

Zo kan het dus ook met voeding en gewicht merk ik op.  Ik zie dat ze geraakt is. Er staan tranen in haar ogen. Ze heeft iets ‘gezien’ en dat is precies voldoende voor nu. Ze verteld dat ze gaat stoppen met de app bijhouden en meer naar haar lijf gaat luisteren. Ik ben heel benieuwd wat dat haar gaat brengen.